​Herman Reynders (Gouverneur Limburg)

Basketbal zit in de genen van het geslacht Reynders. Zeker bij Herman Reynders, de gouverneur van Limburg. De teamsport bracht hem belangrijke levenslessen bij, die hij tot op de dag van vandaag toepast.

Sport inplannen wordt belangrijker naargelang je ouder wordt. Dat ondervindt de gouverneur aan den lijve. “In drukke periodes restte er soms geen tijd voor sport. Maar die pauzes wreken zich achteraf altijd. Nu plan ik tot vier keer per week een uurtje sport in. Die ijzeren discipline is nodig om fysiek fit te blijven. Vroeger ging ik vooral fietsen en lopen, tegenwoordig concentreer ik me meer op fitness en krachttraining.” Niet alleen sport staat met stip in de agenda. “Ook andere vormen van ontspanning komen er niet van als ik ze niet keurig inplan. Dat kan een uur of twee lezen zijn, of simpelweg even helemaal niets doen.”

“Sporters een streepje voor bij sollicitaties”
​
Herman ziet veel raakpunten tussen teamsport en een succesvolle loopbaan. “Teamsporters leren zich inzetten voor een doel en ontwikkelen de ambitie om samen met de ploeg resultaten te boeken. Ook de discipline om elke training het beste van zichzelf te geven, weerspiegelt zich op de werkvloer. In de tijd dat ik sollicitatiegesprekken afnam, hadden sporters ook steevast een streepje voor. Want dat zijn winnaars, mensen die willen scoren.”
Ook qua sfeer valt er een parallel te trekken tussen de kleedkamer van je team en je werkvloer. “Mensen die zich fit en goed in hun vel voelen, leveren beter werk. De stemming op de werkvloer zit daar voor veel tussen. Als de sfeer in de kleedkamer fout zit, worden er weinig punten gescoord. Dan mag je nog de grootste talenten bij elkaar gebracht hebben.”

Betrokkenheid is de sleutel
​
Toch verschilt de taak van een werkgever met die van een coach, meent de gouverneur. Zeker bij de overheid. “Werknemers bepalen nog altijd individueel wanneer ze sporten en hoe ze met voeding omgaan. Maar ook zonder algemeen welzijnsbeleid kunnen diensthoofden en werkgevers bijdragen aan de fysieke en mentale gezondheid van hun medewerkers. Betrokkenheid is daarin de sleutel. Wie het verband tussen zijn eigen werk en het uiteindelijke resultaat duidelijk ziet, gaat met meer plezier en voldoening aan de slag.” De betrokkenheid aanmoedigen, dat doe je anders bij een jonge snaak dan bij een gelouterde medewerker. “Jongeren slikken de archaïsche top-down mentaliteit niet langer. Ik kan hen geen ongelijk geven. Want ook hier ligt de sportmetafoor voor de hand: de trainer en de ploeg gaan samen voor hetzelfde doel. Het zou dus dom zijn als de trainer puur zijn eigen wil oplegt, zonder beroep te doen op de ervaring en kennis van de spelers.” In de verhoogde pensioenleeftijd ziet Herman Reynders een interessante uitdaging. “Oudere medewerkers motiveer je op een andere manier dan de jongere generaties. Willen ze hun functie bijsturen? Kunnen ze hun ervaring als coach doorgeven aan jonge medewerkers? Of houden ze alles liefst bij het oude? Want sommigen zien het best zitten om tot hun 67ste dezelfde job te doen. De antwoorden hangen af van de persoon en de aard van het werk.”